Blog
De meest voorkomende taalfouten in spelregels
Tijdens het spelontwerp worden spelregels geschreven, herschreven en nogmaals herschreven. Soms worden slechts enkele paragrafen veranderd, soms wordt het hele spel omgegooid. Het is niet verwonderlijk dat er fouten insluipen. Ik deel de meest voorkomende taalfouten in spelregels. Of althans, de taalfouten die ik vaak tegenkom. Suggesties mag je altijd sturen naar info@vickyschrijft.nl!
Inconsistent gebruik van termen
Tijdens het vele testen zal je vaak verschillende termen voor hetzelfde component of spelregel gebruiken. Wanneer je deze spelregels gaat uitschrijven, is het belangrijk om één term te kiezen en aan te houden. Zo vermijd je verwarring bij spelers en maak je de tekst een stuk leesbaarder.
Voorbeeld:
Wisselen tussen voedingsfiches, voedselfiches, voedseltokens, eten.
Eén term aanhouden, bijvoorbeeld voedselfiches.
Onnodig gebruik van Engelse termen
Veel termen in bordspellen zijn afkomstig uit het Engels. Hoewel ervaren spelers bekend zijn met deze termen, is het vaak lastiger voor nieuwe spelers. Bovendien kiezen spelers voor de Nederlandse versie en niet de Engelse. Je mag natuurlijk Engelse leenwoorden gebruiken, maar als er een Nederlands alternatief bestaat, raad ik aan om dit te gebruiken. Het zal de begrijpelijkheid van je tekst ten goede komen.
Voorbeeld:
Deck, draften, items.
Stapel kaarten, kaarten kiezen/doorgeven, voorwerpen.
Schrijfwijze van cijfers
Hoe schrijf je cijfers? Of je nu voor cijfers (1, 2, 3) of woorden (één, twee, drie) gaat, het is vooral een stijlkeuze. Heb je eenmaal een keuze gemaakt? Blijf dan daarbij in je tekst. Het maakt je spelregels veel duidelijker en het ziet er netjes uit. Als je kiest voor woorden, kun je een uitzondering maken voor het componentenoverzicht. Het is namelijk gemakkelijker om ’52 voorwerpkaarten’ te lezen dan ’tweeënvijftig voorwerpkaarten’.
Voorbeeld:
Als je met 3 spelers speelt, neem dan 1x twee kaarten.
Als je met drie spelers speelt, neem dan eenmaal twee kaarten.
Samenstellingen met spaties of zonder streepje
Bord- en kaartspellen zijn kleine werelden met hun eigen taal. Daarom zal je vast enkele nieuwe samenstellingen maken.
De basisregel voor een samenstelling is: je moet de woorden aan elkaar schrijven, tenzij een streepje de leesbaarheid verbetert. Een streepje mag altijd, dus als je twijfelt, gebruik je het best in je samenstelling. Kies je eenmaal voor een bepaalde schrijfwijze, wees dan consistent in je gebruik.
Voorbeeld:
Schaap kaarten, XP fiches, Chimaeraivoor
Schaapkaarten, XP-fiches, Chimaera-ivoor
Verandering van aanspreking
Het komt vaak voor in spelregels dat de aanspreking verandert. In de ene paragraaf staat er ‘de spelers doen nu dit of dat’, in de volgende staat er ‘je neemt een kaart’. Je tekst leest vlotter als je voor één soort aanspreking kiest en je daaraan houdt.
Voorbeeld:
Spelers spelen om de beurt. Aan het begin van je beurt neem je een kaart.
Je speelt om de beurt. Aan het begin van je beurt neem je een kaart.
Typfouten
Typfouten sluipen in elke tekst, dus ook in spelregels. Lees je spelregels goed na op vergeten punten en komma’s, maar ook op vergissingen. Als je in bepaalde paragrafen veel gekopieerd en geplakt hebt, controleer dan of er geen woord te veel of te weinig staat.
Voorbeeld:
Spelerstkens, je plaats van, je beurt eindigt
Spelerstokens, in plaats van, je beurt eindigt.
Nog een extra tip
Vermijd passieve zinnen als je kunt. Vooral in teksten met instructies, wat een spelregelboek is, zijn actieve zinnen duidelijker. Het is natuurlijk niet altijd mogelijk. Veel spelonderdelen ondergaan immers het spel. Waar het wel kan gebruik je best actieve zinnen.
Voorbeeld:
De voedselfiches worden geplaatst op het dierspoor.
Plaats de voedselfiches op het dierspoor.
Samenwerken?
Ja graag! Stuur me een mailtje voor een vrijblijvend gesprek.
Je hoeft nog niets te beslissen, enkel of je koffie of thee wilt.