Blog

Bordspeltermen in het Nederlands

Tegenwoordig worden bordspeltermen in het Nederlands vaak verdrongen door Engelstalige termen. Dat is niet zo heel gek, want veel bordspellen worden internationaal uitgegeven. Bovendien bestaan er voor verschillende termen geen Nederlandse vertaling. Toch is dit niet ideaal voor Nederlandstalige spelers. Ze kopen nu eenmaal een spel in het Nederlands omdat ze dat beter begrijpen dan Engels. En pas als ze het spel goed begrijpen, kunnen ze het goed spelen.

Twijfel je over hoe je een Engelstalige bordspelterm vertaalt of omschrijft in het Nederlands? Ik geef je een overzicht van de meest voorkomende bordspeltermen in spelregels.Ā Heb ik een term over het hoofd gezien? Vertel het me via info@vickyschrijft.nl en ik voeg ze toe!

A

Active player:

Actieve speler. De speler die aan de beurt is.

Alpha player:

Dominante speler. De speler die in coƶperatieve spellen niet enkel het voortouw neemt, maar ook de beslissingen van andere spelers sterk beĆÆnvloedt.

Amerigame/Ameritrash:

Een spel dat focust op een thema, bijvoorbeeld een verhaal uit het Fantasy-, Science-Fiction- of Horrorgenre. De spelmechanismen dienen om dit thema te versterken. Er zit vaak geluk en een verhalend element in dit soort spellen. Deze spellen komen oorspronkelijk uit Amerika.

Area Control:

Een spelmechanisme waarbij het doel is om zoveel mogelijk invloed op een bepaald gebied te hebben. Dit kan door gebieden te veroveren, maar ook door een sterke positie in het gebied te hebben.

B

Bear off:

Verwijderen. Spelonderdelen worden van het bord en uit het spel gehaald.

Bit:

Speelstuk, spelonderdeel of spelcomponent.

C

Capture:

Letterlijk betekent dit ‘vangen’, maar in een spelcontext gebruik je beter het woord ‘veroveren’. Je verovert een speelstuk van de tegenspeler.

Currency:

Valuta. Het is een element of component dat je moet spenderen om bepaalde acties te mogen doen. Dit zijn niet enkel munten. Tijd is vaak ook een valuta. In je speluitleg kun je soms beter grondstoffen of middelen zeggen, afhankelijk van de valuta en het spelmechanisme.

Ā 

D

Deck:

Een stapel kaarten. Vaak kan je in je speluitleg enkel ‘stapel’ of ‘kaarten’ zeggen. Soms kom je ook het woord ‘stok’ tegen. Dat is de verzameling van alle speelkaarten die in een spel worden gebruikt.

Deckbuilding:

Een spelmechanisme dat wordt gebruikt bij kaartspellen. Je bouwt je persoonlijke stapel kaarten. Tijdens het spel voeg je dus kaarten toe aan je eigen stapel om bepaalde doelen te halen.

Dice:

Meerdere dobbelstenen. EĆ©n dobbelsteen is een ‘die’. Een synoniem voor een dobbelsteen is een teerling, maar dat klinkt ietwat ouderwets.

Downtime:

Dit is de tijd buiten je beurt. Je kunt deze tijd gebruiken om na te denken over je volgende acties.

Drafting:

Een spelmechanisme waarbijĀ kaarten of andere spelelementen worden verdeeld onder de spelers door middel van een gestructureerd selectieproces. Hoe je drafting vertaalt in je speluitleg, is afhankelijk van welk soort drafting het is. Vaak kun je simpelweg ‘kiezen en doorgeven’ zeggen. Of: ‘Om de beurt kies je X…’

E

End-game:

De laatste ronde.

Engine-builder:

Een spelmechanisme waarbij je tijdens het spel je spelersbord gaat opwaarderen om steeds betere acties te kunnen doen. Typisch aan een engine-builder is dat je verschillende opties hebt om dit te doen. Welke optie je kiest is afhankelijk van je doel en strategie. Op het eind van het spel ziet mijn spelersbord er dus anders uit dan het jouwe.

Equipment:

Uitrusting. Dit woord wordt vaak gebruikt in thematische spellen met heldhaftige personages.

Eurogame:

Een spel dat focust op strategie en spelmechanismen waarbij weinig of geen geluk bij komt kijken. Dit genre komt oorspronkelijk uit Duitsland.

F

Fiddly:

Onhandig. Dit woord wordt gebruikt wanneer een spel veel componenten heeft die je moet verschuiven. Dit wordt door spelers vaak als onaangenaam ervaren.

First player:

Startspeler

FLGS:

De afkorting voor ‘Friendly Local Game Store’, oftewel de spellenspeciaalzaak in je buurt.

Flip & Write:

Een spelmechanisme waarbij je kaarten omdraait om vervolgens een actie te doen op je scoreblad. Vaak houden deze acties in: tekenen, aanduiden of invullen.

Friendly:

Letterlijk betekent dit ‘vriendelijk’, maar in een bordspelcontext betekent dit een spelcomponent of -gebied van een medespeler of teamgenoot, in tegenstelling tot dat van een tegenspeler.

G

Game pieces/bits:

Spelcomponenten of spelonderdelen

H

Heavy:

Een ‘heavy game’ is een expertspel waarbij de spelregels erg uitgebreid en moeilijk zijn. Vaak heb je een complexe strategie nodig om het spel te winnen.

Hex:

Een speelvak met zes gelijke zijdes.

I

J

K

Keywords:

Letterlijk ‘sleutelwoorden’, maar je kunt ook ‘veel gebruikte termen’ of ‘belangrijke termen’ schrijven.

L

Light:

Letterlijk betekent dit ‘licht’, maar je kunt beter ‘eenvoudig’ zeggen.

M

Meaty:

Een ‘meaty game’ is een moeilijk spel of een expertspel. Dit wilt niet altijd zeggen dat de spelregels moeilijk zijn, maar spelers moeten erg goed nadenken om vooruit te raken. In dit soort spellen zit vaak weinig geluk.

N

O

Open drafting:

Om de beurt kiezen spelers uit beschikbare spelonderdelen. Vaak zijn dit kaarten waarmee ze acties kunnen doen, maar het kunnen ook grondstoffen of andere middelen zijn. Het verschil met ‘closed drafting’ is dat de onderdelen zichtbaar zijn. Alle spelers weten dus wat de mogelijke opties zijn.

P

Player aid:

Een kort overzicht van het spel. Dit wordt vaak weergegeven op een kaart dat spelers naast hun speelveld kunnen leggen.

Pool:

Aanbod of reeks

Push your luck/Press your luck:

Dit spelmechanisme kan worden omschreven als ‘waag je geluk’ of ‘neem een risico’. Spelers nemen namelijk risico’s in de hoop grote beloningen te ontvangen. Spelers beslissen zelf wanneer moeten stoppen om verlies te voorkomen.

Q

R

Random:

Willekeurig. Als je spelers willekeurig een kaart wilt laten trekken, kun je beter zeggen ’trek blind een kaart’. Deze omschrijving zorgt voor minder verwarring.

Real-time:

Een prima Engels leenwoord. Letterlijk betekent dit ‘actuele tijd’, maar als je het leenwoord niet wilt gebruiken, zeg je beter ’tegelijkertijd’. Je kunt ook verwijzen naar het spelonderdeel dat de tijd aangeeft, bijvoorbeeld: ‘zolang de zandloper loopt’.

Resource:

Grondstof of middel.

Resource-management:

Het beheer van grondstoffen. In dit soort spellen ligt je succes in het efficiƫnt omgaan met de middelen die je hebt.

Roll & Write:

Een spelmechanisme waarbij je dobbelstenen gooit om vervolgens een actie te doen op je scoreblad.

S

Social deduction:

Letterlijk betekent dit ‘sociale deductie’, maar je kunt het mechanisme ook omschrijven als een spel met verborgen rollen. Spelers proberen op verschillende manieren te achterhalen welk doel hun tegenspelers hebben zonder hun eigen doel prijs te geven.

Space:

Veld of vakje

T

Tie:

Gelijkspel. ‘Tied players’ kun je vertalen naar ‘gelijkspelende spelers’. Een tie-breaker kun je vertalen naar gelijkmaker, maar je kunt het ook in een zin zetten: ‘Bij een gelijkspel, wint de speler met de meeste munten.’

Timer:

Dit is een prima Engels leenwoord, maar in veel spellen kun je het vervangen door het woord zandloper of een ander spelonderdeel dat de tijd aangeeft.

Trigger:

Activering. In verschillende spellen zorgen bepaalde acties ervoor dat specifieke gebeurtenissen activeren.

U

Upgrade:

Opwaarderen of opwaardering.

V

VP:

De afkorting voor ‘victory points’ dat ‘overwinningspunten’ betekent.

W

Win condition:

Letterlijk ‘overwinningsvoorwaarde’, maar het wordt meestal vertaald als het doel van het spel.

Worker placement:

Een spelmechanisme waarbij je werkers plaatst om bepaalde acties te activeren. Je kunt het simpelweg op deze manier omschrijven.

X

XP:

De afkorting voor ‘experience points’ dat ‘ervaringspunten’ betekent. Je kunt ook ‘avonturenpunten’ zeggen of simpelweg ‘ervaring’.

Y

Z

Heb ik Engelstalige bordspeltermen in het Nederlands over het hoofd gezien? Vertel het me via info@vickyschrijft.nl of via het contactformulier!

Meer lezen?

sleutelwoorden in spellen

Zo gebruik je sleutelwoorden in spellen (niet!)

verschil tussen strategie en tactiek

Het verschil tussen strategie en tactiek

willekeurig betekenis

Willekeurig, met willekeur, blind: zo twijfel je nooit meer!

meest voorkomende taalfouten in spelregels

De meest voorkomende taalfouten in spelregels

spelregels schrijven

Spelregels schrijven? Zo doe je dat!

Samenwerken?

Ja graag! Stuur me een mailtje voor een vrijblijvend gesprek.

Je hoeft nog niets te beslissen, enkel of je koffie of thee wilt.